sofievanherpe
De 4 fases waarin je belandt als je vrienden met kinderen op bezoek hebt
Bijgewerkt op: 7 mei 2019
Gisteren waren er vrienden op bezoek met kinderen. Soort zoekt soort, je weet wel. De kinderen kennen elkaar van school, de ouders zien elkaar af en toe eens in zeven haasten ’s morgens vroeg met kleine oogjes en blijven altijd veel te lang (nu ja, de vrouwelijke helften toch) tetteren. Tijd dus voor een uitgebreide koffie- en, euh, wijnklets.
1. De nog een beetje bedremmelde fase
Het begin verloopt nog een beetje aftastend: de kindjes lijken elkaar ineens niet meer te herkennen (‘Mama, wie is dat meisje daar op de trampoline?’… ‘Euh, dat is gewoon E., het kind dat al 7 jaar op jouw school zit toch? De zus van A.???’), de ouders hebben nog een koffietje nodig… En zijn superdankbaar als ze een brokje taart krijgen toegeworpen terwijl ze wat gelaten naar zes op en neer springende kindjes zitten te kijken. ‘Ai, dat is toch gevaarlijk he’, mompelt er eentje. 'We hebben nochtans gezegd dat ze er maar met maximaal twee mochten op springen...'
2. De taartjes- en straffe kinderverhalenfase
De heldhaftige accidenten-met-kinderenverhalen worden bovengehaald. ‘Onze jongste is eens van de schommel gekatapulteerd en keihard op haar hoofd gevlogen’ wordt afgewisseld met ‘Die van ons liep jarenlang met een kapotte voorstand rond nadat ze er een biljartbal tegen kreeg…’ The usual quoi... Ondertussen worden er naarstig taartjes en cakes naar binnen gewerkt. Feed the parents, weet je wel. We kijken nog eens naar een paar maniakaal op en neer springende kindjes en halen nog een paar bloederige trampolineverhalen boven, dat is goed voor de bloeddruk.
3. De eerste tranenfase: tijd voor den aperitief
Het eerste ruzietje is een feit. B. wil geen vriendin meer zijn van C. C. komt luid snikkend en met dramatische armbewegingen naar binnen. De mama van C. rolt de ogen en zucht. Ik roep net iets te luid en te zenuwachtig: ‘Ja jongens, het is tijd voor den aperitief zeker, ’t is bijna 17 uur toch al hé?’ Alle aanwezige hoofden knikken heftig van ja. Dit is onze cue: time for some booz.
Er worden vredesonderhandelingen opgestart door de vader van B. en de moeder van C. Vijf minuten later staan er bubbels op tafel. Oef, dat lucht op. ‘Sinds ik kinderen heb, drink ik meer’, zegt de ene ouder. ‘Amai, ik moét wel drinken sinds ik kinderen heb!’, zegt de andere. Gniffel, gniffel, hilariteit alom. De kinderen waarover sprake zijn al lang weer uit het oog verdwenen. De twee grootste kinderen springen onverstoord verder op de trampoline, ook al regent het. In de verte klinkt het ineens alsof een eend wordt gekeeld. Vijf volwassen gezichten schieten in een kramp: o jee, dat klinkt niet goed. ‘Don’t worry, dat is een plastieken speelgoedtrompet dat ze in één of andere speelgoedkist hebben teruggevonden’, stel ik gerust. Oef. De glazen worden weer geheven. Santé!
4. Het wordt al avond: tijd om los te gehen
‘Morgen is het school, amai, het wordt al wat laat precies.’ Waarop er een fles wijn wordt gekraakt. En nog eentje, want die vorige is snel op zeg… De ouders worden nog eens losgelaten… We krijgen nog een concertje/performance van de kinderen (aha, daaaar zaten die!) voorgeschoteld en besluiten na het ietwat abstracte spektakel dat het misschien wel heel laat aan het worden is voor het kleine volkje. Ach wel, dàt pakken ze ons in elk geval niet meer af. Tot binnen een jaartje dan zeker? Ik ga hier in elk geval mijn parentale kater nog wat verwerken, hips...